We gaan een leraren-risicolijst maken

Rob zit voor mij, hij is net 14. Dit is zijn zesde school. Er zijn diagnoses en etiketjes naast preken, standjes, schorsen, strafwerk, beloningen, nablijven… Vele strenge woorden heeft hij gehoord, behandelingen en therapieën ondergaan en met de medicatie is hij inmiddels gestopt. De boodschap die hij stiekem krijgt is dat hij niet oké is, niet goed genoeg.

Goed genoeg voor wat? Ons systeem? De wereld? Het bestaan? Ik weiger. Hij is er en mag er zijn. We gaan op zoek naar dat wat wel voor hem werkt. Het begint bij weer in zichzelf geloven en zien dat er in hem geloofd wordt. De motor weer aan krijgen.

 

Oh bah, ik ben zijn straf
Boos en verdrietig zit hij tegenover mij. Hij is er voor de zoveelste keer uitgestuurd en daar zit hij dan bij ‘de juf die geen juf is’. Hij kijkt naar de grond, schuldig. Hij ziet er boos uit, boos op zichzelf. Zijn benen wiebelen, hij is klein van stuk en een beetje stevig. ‘Laat mij maar, doe geen moeite’ lijkt zijn lijf te zeggen. “Mijn moeder zei nog…” mompelt hij, maar maakt zijn zin niet af. “… nu zit ik hier bij u.” Oh bah ik ben zijn straf. Mijn hart krijgt barstjes. Ik wil niet zeggen wat zovelen voor mij al gezegd hebben, praten over zijn gedrag, wat hij moet of kan doen, ultimatums stellen. Hij weet het best, dat zie ik aan zijn gezicht, aan zijn hele houding. Hij weet het, maar kan het (nog) niet. Ik wil niet nog meer stuk maken, wat al zichtbaar zo gebroken is. Het moet anders.

 

We gaan een leraren-risicolijst maken

Ik print zijn rooster en pak een rode en groene stift. “Kom we gaan een leraren-risicolijst maken.” Ik verzin het terplekke. Er blijken leerling-risicolijstjes te bestaan, nu ook een lerarenlijstje. “Een wat?!?” vraagt hij verbaasd. Hij kijkt mij met grote schoteltjes aan. “Nou ja, je wordt er niet overal uitgestuurd toch?” “Nee juf.” “Dan lijkt mij dat je veel goed doet. Het gaat in meer lessen goed dan fout zie ik. Laten we onderzoeken wat een leraar een voor jou goede leraar maakt.” Hij ontspant, zijn gezicht gaat van donderwolk naar zonnestraal. Het gaat even niet over hem en toch ook weer wel.
 

It takes two to tango

“Wij zijn allemaal mensen, docenten en ik dus ook” vertel ik hem met een knipoog “Ook wij hebben slechte buien, slapeloze nachten, verdriet, moeilijke kantjes, allergietjes, zorgen, drukte. En soms botst dat met een ander, soms meer dan zou moeten en meer dan wijzelf beseffen en willen.”
It takes two to tango, even een ander perspectief voor deze jongen.
 

Het leven laat ze al zo balanceren

Er zijn lijstjes op scholen van jongeren die balanceren op een randje. Er wordt gestemd, gevinkt en er wordt besloten. Ik weet dat het onderdeel van het systeem is, maar ik vind het zo verdomd lastig wanneer ik leerlingen zie balanceren op lijstjes waar de uitkomst een groot deel van hun toekomst bepaalt. Het leven laat ze al zo balanceren, teleurstelling op teleurstelling, tegenslag op tegenslag en vaak met een fiks levensverhaal. Kansen bieden, ze helpen opstaan, vasthouden en weer loslaten, dat wens ik.

Het lijkt zo simpel

Hij vertelt over de leraar die hem altijd groet wanneer hij binnenkomt en even herhaalt dat als er iets is, hij zijn vinger kan opsteken, dat werkt.
Hij vertelt over de leraar die wanneer hij alles laat vallen, vriendelijk reageert en soms helpt opruimen.
Die ene leraar die wanneer hij een boek vergeten is, niet gelijk een 1 geeft, maar zijn eigen boek uitleent.
Hij vertelt over de juf die hem aan haar tafel laat zitten als hij echt te onrustig is of die hem haar persoonlijke assistent maakt, zodat hij altijd de blaadjes mag uitdelen of iets mag halen of wegbrengen.
De juf die zegt: “Oh wat fijn dat je er bent” wanneer hij te laat binnenkomt.
Het lijkt zo simpel.

Het doet mij goed om te horen dat er leraren zijn die zoeken naar mogelijkheden, ondanks de hoge werkdruk. Leraren die met compassie kijken naar de leerling en de leerling echt zien. Mooi!


De groene stift
Ik geef hem de groene stift en zijn rooster. Ik laat hem alle vakken van zijn fijne docenten groen kleuren. “Kijk” wijzend op het rooster “…op die groene momenten kan je ontspannen. Natuurlijk blijf je je best doen, maar geen zorgen; je bent er nog nooit uitgestuurd tijdens deze lessen.”

Zo te zien valt het mee, er is veel groen verspreid over het rooster. Zijn grijns wordt groter. Inzicht vergroten en zicht krijgen op gedrag maakt dat er meer grip ontstaat. Ik zie het gebeuren op zijn gezicht, de berg wordt voor hem behapbaar.

 

De rode leraren
“En bij welke leraren gaat het minder makkelijk?” vraag ik hem.
Hij vertelt over de docent die hem wegstuurt, nog voordat hij binnen is.
Die zegt dat hij niets zal bereiken, dat hij alvast de zoveelste school mag gaan uitzoeken.
De docent die zegt dat speciaal onderwijs nog niet haalbaar is.
De docent die zijn privé-informatie deelt met de klas.
De docent waarbij hij niet weet waarom, maar waar het gewoon niet gaat.

Ik voel pijn en geef hem de rode stift.

 

Wanneer het lukt, vieren wij feest
Er blijven een paar vakken over die geen kleur krijgen, lekker neutraal. Wij kijken naar zijn rooster. “Kijk zeg ik, daar mag je ontspannen en bij dat vak moet je echt opletten. Fijn, dat hoeft dus niet de hele tijd. Er is meer groen dan rood, er gaat meer goed dan dat er misgaat” herhaal ik. We maken nog een soort top 5 van leraren, bij de eerste 3 is het echt op de tenen lopen.

“Lukt het niet? Volgende keer beter. Lukt het wel? Vieren wij feest met soesjes.”

Hij is blij en heeft er zin in. “Mag ik deze houden juf?” wijst hij op het gekleurde rooster. “Tuurlijk”, zeg ik, “volgende week, of wanneer het niet is gelukt, spreken wij elkaar.”
 

Waar sta ik op de lijst?

Dat ‘de juf die geen juf is’ een leraren-risicolijst maakt, gaat als een lopend vuurtje door de school én de lerarenkamer. Ik slik, best spannend en een beetje eng. Wat heb ik mij nou weer op de hals gehaald, het is zeker niet bedoeld als aanval. Maar ik sta erachter, het is niet alleen aan de jongeren en dat is oké! We moeten het samen doen en het samen mogelijk maken.

De eerste leraar meldt zich: “Uhhhhm Katrín, sta ik op de lijst?” vraagt hij wat verlegen met een halve glimlach. Hij staat erop. Hij weet niet dat ik nog maar net begonnen ben en zeker niet met alle leerlingen een lijst maak, alleen en paar. We bespreken zijn aandachtspunten, zonder oordeel en namen. Twee weken later komt Ramon, de leraar, als een blije vogel binnen vliegen: “Katrín, Katrín” roept hij enthousiast “…waar sta ik?!?!? Ik weet het zeker ik heb opgelet!” gaat hij verder. “Ook jij verdient een taartje! Je bent uit de top 5! Super!” “Yes!” roept Ramon stralend met een glimlach van oor tot oor. “Ik wist het wel” zegt hij snel, zichzelf herpakkend.
 

Onbewust en onbedoeld

En ik wist het ook. Zijn rood was, zoals bij de meeste docenten, onbewust en onbedoeld. Je kan niet van alles en iedereen bewust zijn als docent, ook daarvoor is samen beter dan alleen.

 

Hij hoort erbij en mag er zijn
Rob zijn rooster kleurt steeds meer groen of neutraal. Soms zijn er dagen dat het helemaal niet zo lekker gaat. Dat is oké. Over het algemeen ziet iedereen vooruitgang. Het allerbelangrijkste is dat Rob er weer vertrouwen in heeft, dat hij het kan, dat niet alles voor altijd vastligt. Vallen en opstaan horen erbij. Hij mag leren, hij hoort erbij en mag er zijn.

 

 

Katrín Gudmundsson – het boek 'De Juf die geen Juf is'

Eind  2020 zijn mijn columns gebundeld en uitgegeven in het boek ‘De juf die geen juf is’. Super spannend en leuk! Inmiddels leveren we de 3e druk. Wil jij het (e-)boek bestellen?

Droom Durf Doe: omslag boek De juf die geen juf is

Aanmelden voor updates van 'de juf die geen juf' is

Graag houden we je op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen rondom 'De juf die geen juf is', van blogs die nog online verschijnen én informeren we je óf en wanneer een vervolg van het boek te bestellen is.

Dank voor je aanmelding!

Share This

Interessante pagina?

Deel de pagina dan via jouw sociale media. We zijn je dankbaar!